Copyright © 2021 CATEYE Co., Ltd.

CATEYE PADRONE SMART +

Schakelen naar de modus Sensor Direct

Een fietscomputer koppelen aan een sensor

Instellen wielomtrek

Stel de wielomtrek in voor een sensor die de snelheid kan meten.

Belangrijk

• Het koppelen (synchronisatie sensor-ID) moet eerst worden uitgevoerd.

Een fietscomputer koppelen aan een sensor

• Stel de wielomtrek in voor elke sensor.
De standaardwaarde is 2.096 mm (700x23c).

1. Houd OPTION op het metingscherm gedurende 2 seconden ingedrukt om te schakelen naar het scherm voor het koppelen van de sensor.

Metingscherm

(2 seconde)

Scherm voor koppelen sensor

* Wanneer het scherm voor het koppelen van de sensor gedurende 1 minuut ingeschakeld blijft, keert de fietscomputer terug naar het metingscherm.

 

2. Selecteer de sensor die u wilt instellen en voer de wielomtrek in.

Voer de omtrek in mm in van de band (de lengte van de buitenomtrek van de band) waarop de sensor is geïnstalleerd.

(Instelbereik: 0100 – 3999 mm)
De wielomtrek bepalen

Sensorselectie

(1 seconde)

Nummers verhogen

Waarde wielomtrek

Naar volgend cijfer gaan

(1 seconde)

* Sensors die kunnen worden geselecteerd, zijn deze die moeten worden gekoppeld met Cateye Cycling™ of een fietscomputer. De letter die verschijnt na de sensornaam geeft aan hoe de sensor werd gekoppeld.

A: Sensor gekoppeld met Cateye Cycling™

C: Sensor gekoppeld met een fietscomputer

* Er wordt een fout weergegeven als waarden buiten het instelbereik worden ingevoerd.

 

3. Druk op OPTION om de instellingen te bevestigen.

Als u op OPTION drukt, keert u terug naar het metingscherm.

* Als u instellingen hebt gewijzigd, moet u altijd op OPTION drukken om de wijzigingen te bevestigen.

 

Hiermee wordt het instellen van de bandomtrek voltooid.