メニュー

De snelheidsensor (cadans) monteren (ISC-12)

De snelheidssensor (cadans) kan op de bovenkant of de onderkant van de achtervork worden gemonteerd.

Opgelet

Als de snelheidssensor (ritme) is gemonteerd op de onderkant van de achtervork in plaats van op de bovenkant, is het afstelbereik tussen de sensor en de magneet smaller.

  • Video bekijken

  • Afbeeldingen weergeven

    Monteren op bovenkant van achtervork

    Cadansmagneet

    Wiel-

    magneet

    Snelheidsensor (cadans)

    Monteren op onderkant van achtervork

    Snelheidsensor (cadans)

    Cadansmagneet

    Wielmagneet

    Opgelet

    Als de snelheidssensor (ritme) is gemonteerd op de onderkant van de achtervork in plaats van op de bovenkant, is het afstelbereik tussen de sensor en de magneet smaller.

    * De montageprocedures geven instructies over het monteren op de bovenkant van de achtervork.

    1. Bevestig de sensor tijdelijk op de linkerachtervork.

    (1) Maak de sensorschroef los met een kruiskopschroevendraaier en controleer of de sensorarm beweegt.

    Sensorarm

    Sensorschroef

    (2) Bevestig het rubberkussen op de sensor.

    Sensor

    rubberkussen

    (3) Raadpleeg de afbeelding en bevestig de sensor tijdelijk aan de linkerachtervork met nylon kabelbinders.

    linkerachtervork

    Nylon kabelbinder

    Opgelet

    Trek de nylon kabelbinders niet helemaal aan. Nadat de nylon kabelbinders volledig zijn aangetrokken, kunnen ze niet meer worden verwijderd.

    2. Bevestig de magneet tijdelijk.

    Binnenkant van de crank

    Cadansmagneet

    Spaak

    Nylon kabelbinder

    Sensorzone

    Wielmagneet

    (1) Bevestig de cadansmagneet tijdelijk met de hulp van een nylon kabelbinder aan de binnenkant van de linkercrankarm zodat deze naar de cadanssensorzone is gericht.

    (2) Draai de sensorarm en bevestig de wielmagneet tijdelijk aan een spaak, gericht naar de snelheidssensorzone.

    * Als de sensor niet zo kan worden geplaatst dat beide magneten (snelheid en cadans) door hun respectieve sensorzones gaan, verplaatst u de sensor en de magneten zodat elke magneet door zijn sensorzone gaat.

     

    3. Regel de opening tussen de sensorzone en de magneet.

    (1) Kantel de sensor zo, dat de opening tussen de cadansmagneet en de cadanssensorzone ongeveer 3 mm is en maak vervolgens de sensor stevig vast met nylon kabelbinders.

    Cadans-

    magneet

    (2) Draai de sensorarm zo, dat de opening tussen de wielmagneet en de snelheidssensorzone ongeveer 3 mm is en maak vervolgens de sensorschroef stevig vast.

    Wielmagneet

    Sensorschroef

    4. Maak alle onderdelen vast.

    Span de nylon kabelbinders van de sensor, de sensorschroef en de magneten aan en controleer of ze niet los zitten.

    Knip het overtollige deel van de nylon kabelbinder af.

    * Als u pedalen met stalen assen gebruikt, kan de cadansmagneet magnetisch aan de pedaalas worden bevestigd. Verwijder in dat geval de kleefband van de magneet en gebruik geen nylon kabelbinder.

Copyright © 2021 CATEYE Co., Ltd.